Een ruimte voorondersteld een gebruik of een gebruik voorondersteld een ruimte.
Er zijn meerdere soorten ruimtes. Zo is er natuurlijk de fysieke ruimte, maar ook is er ruimte in een gesprek, er kan ruimte zijn in een begroting, er is ruimte binnen een relatie.
Er zijn volgens ons (Creatief Beheer Rotterdam) drie ruimtes, die de kwaliteit van een leefomgeving bepalen en daarom alle drie relevant zijn om wel of niet te ordenen. Een van de oorzaken van de huidige problemen in de stadsontwikkeling, is dat deze drie ruimtes niet integraal zijn ontwikkeld. Overigens met de beste bedoelingen van alle betrokkenen.
De Mens of (wetenschappelijke naam) Homo sapiens (Latijn: verstandige of wijze mens) is een tweevoetige primatensoort uit de familie Hominidae.[2] Onderzoek naar DNA wijst erop dat de moderne mens ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika ontstaan is als soort.[3] De mens heeft zeer goed ontwikkelde hersenen, waarmee hij in staat is tot abstract nadenken, taal, introspectie, probleemoplossing en emotie. Dankzij zijn intelligentie en rechtopstaande houding, waardoor de armen vrij zijn om voorwerpen op te pakken en te bewerken, is de mens veel meer dan andere soorten in staat gereedschappen te gebruiken. De mens is over de hele wereld verspreid en op alle continenten behalve Antarctica komen grote populaties voor. In juli 2008 was het totale aantal mensen op Aarde groter dan 6,7 miljard.[4] Er is slechts een nog levende ondersoort: Homo sapiens sapiens.
Mensen zijn, evenals de meeste andere primaten, sociaal van aard. Ze zijn bijzonder bedreven in het gebruik van communicatiemiddelen voor zelfexpressie, uitwisseling van ideeën en organisatie. Mensen creëren complexe sociale structuren, die bestaan uit talrijke samenwerkende en concurrerende groepen, die uiteenlopen van families tot naties. Sociale interacties tussen mensen hebben een grote variëteit aan tradities, rituelen, ethiek, normen, waarden, en wetten tot stand gebracht, die samen de basis vormen voor de menselijke samenleving.
De mens is de plek waar alle ruimten samenkomen en vanuit de mens ontstaan ruimten. Met een beetje fantasie is de fysieke wereld met auto’s, werktuigen, gebouwen een extensie van ons lichaam en dit is bewerkstelligd door onze mentale vermogens en sociale interactie (samenwerking). Momenteel heeft ook onze geest haar evenknie in computers gevonden. Dit zijn werelden op zich geworden, laten we dit het mentaal-fysieke complex noemen. Dit complex is weliswaar ontstaan in een sociale ruimte van wetenschappers en ondernemers, maar in de praktijk is de sociale ruimte van de eindgebruikers niet mee ontwikkeld. Dit heeft te maken met het mensbeeld van de moderne tijd (rationeel en individueel) en de bedrieglijke charme van efficiency.
Gedurende de 20e eeuw is tegelijkertijd de sociale ruimte vanuit het heersende mensbeeld langzaam gekolonialiseerd door een hulp- dan wel opvoedingssysteem, naar voorbeeld van het onderwijs en de geneeskunde. Dit waren alle zeer succesvolle systemen. Het feit dat dit gemeenschapsgeld kostte werd gerechtvaardigd door het idee van solidariteit en dat de samenleving er beter van zou worden. Laten we dit het mentaal-sociale complex noemen.
Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de drie ruimtes die sinds mensenheugenis (200.000 jaar) eigenlijk een geheel waren, uit elkaar zijn gegroeid. En dat met name de sociale ruimte in de directe leefomgeving van de mens geleidelijk is verschraald.
Hoe staat het er nu voor ?
Rudy Stroink zegt het in dit filmpje, de afgelopen 50 jaar hebben we voor 8 miljoen mensen, huizen, kantoren en winkels gebouwd, de komende 50 jaar zullen we nog maar hoeven te bouwen voor 800.000 mensen.
Bij de effectiviteit van het sociale werk worden vraagtekens gezet, ons zorgstelsel wordt steeds duurder en algemeen wordt erkend dat er ‘iets’ moet veranderen.
In de optiek van Creatief Beheer ligt de oplossing in het herstellen van de verbinding van deze uit elkaar gegroeide ruimten (en dus ook ons zelforganiserend en zelfhelend vermogen) in onze directe leefomgeving. Deze ruimte is het best voor te stellen als een complex van dagelijkse interacties gekoppeld aan de fysieke en mentale ruimte.
Een goede sociale ruimte is noodzakelijk voor een gezonde leefomgeving en is cruciaal voor opgroeiende kinderen, zwakkeren en ouderen, die in grotere mate afhankelijk zijn van hun directe omgeving. Hierdoor neemt de druk op de hulpverlening af, omdat er als het ware een buffer ontstaat, waardoor mensen minder snel afglijden.
Kansen voor morgen zijn de problemen van vandaag, elk nadeel heeft zijn voordeel om Cruijff maar eens omgekeerd te citeren. Want in de omkering ligt de oplossing…
Al het geld, innovatie, speciale aanpakken hebben vaak niet het verwachte effect gehad. Ergo: met geld alleen los je dus geen problemen op !
Overal klinkt de roep om verandering, aanpakken, innovatie, etc, maar er is geen geld meer. Het schip keert de wal zogezegd.
Nu het geld op is, ontstaan er kansen. Sinds de Kredietcrisis is onze Creatief Beheer praktijk enorm gegroeid … er is veel geld te verdienen en sociale duurzaamheid te winnen met beheer en onderhoud als je het op een nieuwe totaal omgekeerde manier doet.
De Creatief Beheer aanpak, waarbij de mentale, fysieke en sociale ruimte integraal worden ontwikkeld kan alleen decentraal, organisch en locaal (wijkniveau) worden opgezet. Het dagelijks beheer en onderhoud is hierbij eerste aangrijpingspunt. Zo bestaat de stad in de eerste plaats uit mensen en hun interactie en daarna pas uit stenen en herinneringen. Beheer en onderhoud zijn geen kostenpost meer maar een investeringspunt. Waarde wordt gecreëerd en kosten worden bespaard door de ontwikkeling van de sociale ruimte in samenhang met de fysieke en de mentale ruimte.
De Creatief Beheer aanpak verbetert de leefomgeving binnen een gemeenschap op fysiek, sociaal en mentaal gebied. Dit houdt in dat een onafhankelijke middenpartij stuurt op samenwerking van betrokken partijen, waaronder burgers, koppeling van doelstellingen maakt en hierdoor is met gelijkblijvend budget veel meer mogelijk. Dit kan alleen, als er een voedingsbodem is die in omvang toeneemt. Dit substraat is de menselijke interactie en deze is weer gekoppeld aan de fysieke ruimte (beheer en onderhoud) en de mentale (onderwijs). Met andere woorden: ieder jaar wordt de buitenruimte mooier, groener, het onderwijs beter en werken de mensen beter samen aan een prettige wijk.
Ruimtelijke Ordening wordt zo een organisch proces en vergt dan ook een ‘organische’ planning en sturing (groeimodel, interactief). Momenteel bouwen we in een vijftal Rotterdamse wijken aan een dergelijk ordeningssysteem, dat uitgaat van wederkerigheid (feedback) en samenwerking. Centraal staat de sociale wijkwerf, een fysieke plek of plekken van waaruit gewerkt en georganiseerd wordt.
De essentie is transitie te realiseren van een centraal (efficiënt geacht) gestuurd systeem naar een decentraal zelforganiserend systeem. Om hierin als overheid toch te kunnen sturen, regels te stellen en te handhaven, hebben we een open systeem ontwikkeld waarbij samenwerking en koppeling een gemeenschappelijk doel en uitdaging wordt. Cruciaal hierbij is een financieel beleid, dat werkt met een flexibel jaarlijks ontwikkelbudget, waarmee processen binnen de wijk kunnen worden heringericht. Dit budget wordt, onder supervisie van de klant, beheerd door een onafhankelijke ontwikkelende partij, die in een traject van 3 tot 5 jaar een praktijk opbouwt, die duurzaam is en met lagere kosten een wijk effectiever verbetert en wellicht op zeker moment zelfs geld gaat opleveren voor de gemeenschap en dus ook voor de individuele bewoners die door hun inzet waarde genereren.
De wijk is door de betrokken medewerking van de bewoners in samenwerking met de locale instanties een zelforganiserende onderneming geworden.
Deze manier van ontwikkelen zet alles wat we tot nog toe hebben opgebouwd (ingemetseld) op losse schroeven. De gecreëerde onzekerheden leveren in eerste instantie dan ook wat onrust op. In het proces dient dan ook vanaf het begin regelmatig succes te worden geboekt. Successen bevorderen weer draagvlak en maken volgende stappen mogelijk. De schijnbaar kleine stapjes in het begin maken de grote stappen op termijn mogelijk.
Wij merken in de vijf Rotterdamse wijken, waar we al minimaal vier jaar actief zijn, dat iedere wijk anders is. Overal ontstaan andere ‘oplossingen’ en ‘samenwerkingen’, maar het gemeenschappelijk kenmerk is dat na aanvankelijke scepsis overal de praktijk laat zien dat deze groeit qua draagvlak, participanten en effectiviteit. Mensen worden er blij van en raken geïnspireerd, zowel bewoners als professionals.
Het is niet voor niets dat juist nu de tijd rijp is voor een dergelijke transitie. Op alle niveaus wordt gezocht naar nieuwe wegen. Volgens ons is dit een hele interessante weg, de weg terug naar de mens en de natuur, met behoud van de positieve verworvenheden, om zodoende onze steden leefbaarder en duurzamer te maken voor de huidige en volgende generaties. De vakken die er dus echt toe doen voor de ruimtelijke ordening van de 21ste eeuw zijn de menswetenschappen, sociologie, psychologie en fysiologie !
Landleven in de stad !
Om een indruk van onze praktijk te krijgen verwijs ik naar een snelle introductie op video