Ik eindigde mijn vorige bijdrage met Tuinmannen en Tuinvrouwen gezocht. Om duidelijk te kunnen maken wat voor mensen wij zoeken en wat hun profiel zou moeten zijn, moet ik eerst de begrippen formele en informele interactie beter uitleggen.
Gisteren had ik een hele nuttige bijeenkomst met Stephanie Geertman en Bart Muskens van DHV, we gaan samen een artikel schrijven over Creatief Beheer en de potentie van de Creatief Beheer aanpak voor wijkverbetering.
Een wijk als levend lichaam, is een van de door mij gesuggereerde titels, hierin zitten een aantal belangrijke associaties. De wijk is een geheel en onderling verbonden, alles wat leeft heeft liefde en aandacht nodig, het impliceert een organische benadering zonder het te noemen.
Daarnaast vonden we met zijn drieën de formele – informele interactie benadering erg goed bruikbaar. Door alles interactie (i.p.v. interventie, dienstverlening, e.d.) te noemen, plaats je bijvoorbeeld de werkzaamheden van een sociaal werker niet boven die van een behulpzame buurman. Het zijn beiden intermenselijke contacten en dat is wat het lichaam (de wijk) bijeenhoud.
De ideale situatie zou zijn dat er in de wijk een zodanige formele interactie bestaat aangaande de openbare ruimte en dat deze een zodanige informele interactie genereert, dat het geld oplevert in plaats van dat het geld kost.
Als we op deze wijze nu eens naar een ‘probleemwijk’ kijken. Er is vaak veel geld geïnvesteerd teneinde de wijk te verbeteren, dit geeft vaak niet het gewenste effect. In ons artikel zouden we het zo kunnen zeggen :
Vogelaarwijk-wijkaanpak-probleemwijk-krachtwijk-prachtwijk, de begrippen tuimelen over elkaar heen, maar er is nog steeds geen duidelijke visie en praktijk hoe dat dan moet. Enerzijds leveren fysieke investeringen niet het verwachte rendement en anderzijds blijken sociale investeringen niet effectief.
Het is niet anders, onderzoek bevestigt het (referenties volgen). Dat komt volgens ons omdat beheer en onderhoud nooit als aangrijpingspunten zijn gezien en dat op dit punt altijd naar efficiency en automatisering is gestreefd met een minimum aan menselijke interactie, onderhoudsvriendelijk, vandaalbestendig. Het beheer- en onderhoudswerk wordt vaak door anonieme aannemers (wie is het goedkoopst) gedaan, bovendien worden er allerlei taakstraffers, uitkeringsgerechtigden, e.a. te werk gesteld in de buitenruimte (allen in verschillende hesjes gestoken). De persoonlijke wijktuinmannen, zo ze er al geweest zijn, zijn wegbezuinigd, de conducteur heeft zogezegd de tram verlaten (en we weten hoeveel het kost om die terug te krijgen).
Daarnaast zijn er flink wat formele interacties toegevoegd, extra cameratoezicht, politie, sociaal werk, artistiek sociale projecten, etc. Maar als je gaat onderzoeken wat dit aan informele interactie genereert, valt het tegen, of in het geval van ‘sociale projecten’ is het vaak tijdelijk en daarna vloeit het weg.
Ik schets het nu even grof, maar wat is volgens ons goede formele interactie ? Dat is dus formele interactie die veel informele interactie veroorzaakt. Hoe ziet dat eruit ?
Allereerst moet het herkenbaar zijn, mensen moeten het snappen en wat belangrijk is, kunnen meedoen, liefst in hun eigen tijd, op hun eigen manier.
Als mensen meedoen moeten ze daar op de een of andere manier voordeel bij hebben, het moet leuk zijn of nuttig.
Tot slot moet er ook een noodzaak zijn tot meedoen anders hebben mensen zoiets van, 'het wordt toch geregeld'.
Nu worden er dus veel formele interacties gedaan waaraan de burger niet echt goed kan meedoen, politie-inzet, cameratoezicht, sociaal werk, het is vaak eenrichtingsverkeer. Het heeft wel effect, maar het blijft geld kosten, bovendien je redt Mohammed, maar Ali glijdt af, het is niet systeemgericht. Overigens is dit geen kritiek op de mensen die vaak met overgave in deze wijken werken. Het is een analyse van het feit dat uit onderzoek blijkt dat een groot aantal ‘interventies’ maar een zeer gering effect hebben op leefbaarheid en veiligheidsgevoelens.
Mensen kunnen toevoegen, stoep vegen, aangifte doen, maar niet zelf initiatief nemen en als ze dat doen is dat vaak vanuit een negatieve impuls (inbraak, schietpartij, overlast, e.d.). Het allerbelangrijkste is wellicht dat geslaagde formele interactie, mensen echt zelf vat op hun omgeving geeft en deze dus ook kunnen veranderen, zo ontstaat samenhang, verantwoordelijkheid en zorg.
Ik moet het hier even bij laten, op weg naar de Creatief Beheer Totaalwerker zullen we maar zeggen. Een eventuele slotzin van ons artikel zou kunnen zijn: Je wint aan effect als je controle opgeeft en de wijk (het lichaam) de vrijheid geeft zichzelf en haar mensen te ontwikkelen.